JAISALMER (RAJASTAN) - INDIA
Het werd een lange treinrit in 2nd class sleeper, die toch wat minder comfortabel bleek dan ons 'Transmongolian' avontuur in eerste klasse... Maar bon, het was dan ook maar een ritje van 21 uur oftewel een povere 800km dit maal (doh!). We waren al blij dat we relatief zachte ligbanken hadden en geen houten, zoals ook wel mogelijk is. Het systeem van de Indische treinen werkte - tot onze grote verbazing - erg efficient en klokvast. Er zijn tal van verbindingen en het is een spotgoedkope manier om je te verplaatsen over dit gigantisch grote land. Ook hier moet je als westerling weer wennen aan het feit dat dat beetje persoonlijke ruimte rondom je -waar wij zo op gesteld zijn- voor Indiers niet bestaat. Je moet regelmatig een 'spreekwoordelijk' gevecht leveren met enkele van de 1 miljard Indiers die zich comfortabel op je plaats genesteld hebben of zich met z'n drieen zonder gereserveerd ticket tussen je wringen op een drie persoonsbank. Assertiviteit troef!
De rit naar Jaisalmer was vermoeiend en extreem heet en stoffig. Alan werd regelmatig aangesproken door Indiers die een praatje wilden maken dat steevast afgesloten werd met een uitnodiging bij hun familie. Iets waar we -met enige spijt- toch nooit op ingingen om toch op onze bestemming te geraken.
Tijdens de nacht op de trein werd je regelmatig opgeschrikt door een komen en gaan van reizigers en verkopers. Het schelle 'chai-chai' (oftewel 'wil je thee?) werd onophoudelijk en tergend luid gescandeerd op de onnoemelijk vele plaatsen waar de trein halt hield.
Het fijne zand van de 'Thar desert' glipte door de open en gesloten ramen naar binnen. Het vormde niet alleen een zandbak aan je voeten en in je haar, maar drong ook door tot diep in de vezels van je kleren en de gevoelige topjes van je longen. Een doek voor je neus en mond als stofmasker bracht soelaas, maar voor het eerst in India, voelden we ons extreem vuil en afgepeigerd toen we toekwamen in Jaisalmer.
Op dat moment niet altijd even leuk, maar wel een geweldige ervaring, waar je met veel plezier aan terugdenkt.
De temperatuur in het haast toeristloze Jaisalmer (+45 graden)noopte ons er al snel toe om iedere dag erg vroeg op te staan en van 11 tot 5 een lange siesta te nemen. In de vroege en late uurtjes genoten van het mooie fort, de schaduwrijke terrasjes aan de binnenzijde en lieten ons verleiden tot een kamelentrektocht, een van de toeristentoppers aldaar. Op dat moment - u raadt het al - wordt er iemand ziek en moeten we onze kamelentocht afblazen. Ditmaal niet Alan, maar Maaike. Platte diarree, hoge koorts en uitputting -waardoor ze nog nauwelijks op haar benen kon staan- zouden haar lichaam bijna vijf dagen teisteren. Na een verhuis naar een kamer met airco en geen verbetering na twee dagen bezochten we vijf verschillende dokters met -u raadt het alweer!- vijf verschillende diagnoses. Een bloedtest sloot uit dat het om malaria ging, en op goed geluk gokten we op de diagnose van de laatste ziekenhuisdokter. Maaike zou een dag opgenomen worden in het plaatselijke ziekenhuis waar ze een paar liter baxters met zout en glucose- oplossingen en een antibiotica tegen de virale diarree in haar lijf gepompt zou krijgen. Een nachtmerrie voor Maaike, die een fobie heeft voor naalden en haast 24 uur met een -gelukkig steriele- naald in haar lijf zou lopen. Bij het prikken deed Alan gelukkig een poging Maaike op andere gedachten te brengen door het verhaaltje van de 'zeven woeste wasvrouwen' te vertellen (enorm grappig kinderboekje over 7 geemancipeerde wasvrouwen). Waarna hij later zelf de was deed als een echte woeste wasman.
De infrastructuur van het ziekenhuis was erbarmelijk. Je lag er met acht in een zaaltje met open ramen en deuren, honden die binnen en buiten liepen en muren vol plekken van opgedroogde bloedspatten. De andere patienten spraken alleen hindi en af en toe moest Maaike haar eigen bed verdedigen tegen de bezoekers van de patienten naast haar die zich met veel enthousiasme op haar bed ploften. De afstandelijkheid en verbazing veranderde al vlug in wederzijdse sympathie, toen de dochter van een patiente grappige gezichten begon te trekken. Vriendelijke blikken werden gewisseld. Af en toe kwam er een groepje bezoekers rond het bed staan en keken Maaike enkele minuten aan, controleerden de baxter even, glimlachten en gingen weg. Er was zelfs een vrouw die regelmatig over Maaikes arm kwam wrijven en haar in't Hindi bleek te vragen of alles oke was. Ook de verpleger, dokter en opperdokter kwamen regelmatig langs. En ook hier bleek de meest professionele doktersaanpak er vooral in te bestaan veel medicatie voor te schrijven. Maar -ere wie ere toekomt- de aanpak werkte en enkele dagen later was ze er terug bovenop.
In de dagen die volgden op de ziekenhuissessie, sloeg Alan erin een fontein gemaakt uit een zeldzame soort zandsteen te molesteren onder het gewicht van een net daaraan opgehangen wasdraad. De assumptie dat de kolom van de fontein opgebouwd was uit een vast stuk bleek verkeerd, waardoor het onding met veel lawaai aan diggelen viel. De verbazing waarmee dit gepaard ging werd eerst onthaald met veel hoongelach van het personeel van het hotel, maar bleek enkele uren later een ernstige zaak die ons vele duizenden roepies zou kosten. Na enige overleg met de manager van het hotel doorzagen we al vrij snel hun bedoelingen om ons een flinke som geld afhandig te maken door de fontein veel belangrijker voor te stellen dan het onding eigenlijk was. Dan maar ons beste acteertalent bovengehaald en het zaakje meegespeeld, waardoor in enkele uren tijd de schadevergoeding tot 1/16 oftewel 1000 roepies (= 17 EUR) was teruggebracht. Zonder twijfel nog teveel geld, maar bon, er was ook iets kapot...
Daarna konden we onze reis verder zetten naar Bhuj en Mandvi in de provincie Gujarat. OEF! Hopelijk blijven we nu een beetje gespaard van ziekte en op geld beluste Indiers...
De rit naar Jaisalmer was vermoeiend en extreem heet en stoffig. Alan werd regelmatig aangesproken door Indiers die een praatje wilden maken dat steevast afgesloten werd met een uitnodiging bij hun familie. Iets waar we -met enige spijt- toch nooit op ingingen om toch op onze bestemming te geraken.
Tijdens de nacht op de trein werd je regelmatig opgeschrikt door een komen en gaan van reizigers en verkopers. Het schelle 'chai-chai' (oftewel 'wil je thee?) werd onophoudelijk en tergend luid gescandeerd op de onnoemelijk vele plaatsen waar de trein halt hield.
Het fijne zand van de 'Thar desert' glipte door de open en gesloten ramen naar binnen. Het vormde niet alleen een zandbak aan je voeten en in je haar, maar drong ook door tot diep in de vezels van je kleren en de gevoelige topjes van je longen. Een doek voor je neus en mond als stofmasker bracht soelaas, maar voor het eerst in India, voelden we ons extreem vuil en afgepeigerd toen we toekwamen in Jaisalmer.
Op dat moment niet altijd even leuk, maar wel een geweldige ervaring, waar je met veel plezier aan terugdenkt.
De temperatuur in het haast toeristloze Jaisalmer (+45 graden)noopte ons er al snel toe om iedere dag erg vroeg op te staan en van 11 tot 5 een lange siesta te nemen. In de vroege en late uurtjes genoten van het mooie fort, de schaduwrijke terrasjes aan de binnenzijde en lieten ons verleiden tot een kamelentrektocht, een van de toeristentoppers aldaar. Op dat moment - u raadt het al - wordt er iemand ziek en moeten we onze kamelentocht afblazen. Ditmaal niet Alan, maar Maaike. Platte diarree, hoge koorts en uitputting -waardoor ze nog nauwelijks op haar benen kon staan- zouden haar lichaam bijna vijf dagen teisteren. Na een verhuis naar een kamer met airco en geen verbetering na twee dagen bezochten we vijf verschillende dokters met -u raadt het alweer!- vijf verschillende diagnoses. Een bloedtest sloot uit dat het om malaria ging, en op goed geluk gokten we op de diagnose van de laatste ziekenhuisdokter. Maaike zou een dag opgenomen worden in het plaatselijke ziekenhuis waar ze een paar liter baxters met zout en glucose- oplossingen en een antibiotica tegen de virale diarree in haar lijf gepompt zou krijgen. Een nachtmerrie voor Maaike, die een fobie heeft voor naalden en haast 24 uur met een -gelukkig steriele- naald in haar lijf zou lopen. Bij het prikken deed Alan gelukkig een poging Maaike op andere gedachten te brengen door het verhaaltje van de 'zeven woeste wasvrouwen' te vertellen (enorm grappig kinderboekje over 7 geemancipeerde wasvrouwen). Waarna hij later zelf de was deed als een echte woeste wasman.
De infrastructuur van het ziekenhuis was erbarmelijk. Je lag er met acht in een zaaltje met open ramen en deuren, honden die binnen en buiten liepen en muren vol plekken van opgedroogde bloedspatten. De andere patienten spraken alleen hindi en af en toe moest Maaike haar eigen bed verdedigen tegen de bezoekers van de patienten naast haar die zich met veel enthousiasme op haar bed ploften. De afstandelijkheid en verbazing veranderde al vlug in wederzijdse sympathie, toen de dochter van een patiente grappige gezichten begon te trekken. Vriendelijke blikken werden gewisseld. Af en toe kwam er een groepje bezoekers rond het bed staan en keken Maaike enkele minuten aan, controleerden de baxter even, glimlachten en gingen weg. Er was zelfs een vrouw die regelmatig over Maaikes arm kwam wrijven en haar in't Hindi bleek te vragen of alles oke was. Ook de verpleger, dokter en opperdokter kwamen regelmatig langs. En ook hier bleek de meest professionele doktersaanpak er vooral in te bestaan veel medicatie voor te schrijven. Maar -ere wie ere toekomt- de aanpak werkte en enkele dagen later was ze er terug bovenop.
In de dagen die volgden op de ziekenhuissessie, sloeg Alan erin een fontein gemaakt uit een zeldzame soort zandsteen te molesteren onder het gewicht van een net daaraan opgehangen wasdraad. De assumptie dat de kolom van de fontein opgebouwd was uit een vast stuk bleek verkeerd, waardoor het onding met veel lawaai aan diggelen viel. De verbazing waarmee dit gepaard ging werd eerst onthaald met veel hoongelach van het personeel van het hotel, maar bleek enkele uren later een ernstige zaak die ons vele duizenden roepies zou kosten. Na enige overleg met de manager van het hotel doorzagen we al vrij snel hun bedoelingen om ons een flinke som geld afhandig te maken door de fontein veel belangrijker voor te stellen dan het onding eigenlijk was. Dan maar ons beste acteertalent bovengehaald en het zaakje meegespeeld, waardoor in enkele uren tijd de schadevergoeding tot 1/16 oftewel 1000 roepies (= 17 EUR) was teruggebracht. Zonder twijfel nog teveel geld, maar bon, er was ook iets kapot...
Daarna konden we onze reis verder zetten naar Bhuj en Mandvi in de provincie Gujarat. OEF! Hopelijk blijven we nu een beetje gespaard van ziekte en op geld beluste Indiers...
0 Comments:
Post a Comment
<< Home