Monday, June 26, 2006

DARJEELING - INDIA

Nu we een weekje hebben kunnen uitblazen in de bergen van Darjeeling ten oosten van Nepal, zijn onze batterijtjes weer helemaal opgeladen. Het was wel een hele aanpassing met een temperatuursval van wel 25 graden, maar verkoudheden kregen geen kans! De 'monsoon' is hier wel al veel vroeger begonnen dan normaal (tsunami-effect?), dus voor het eerst in een paar weken hebben we nog eens van de regen kunnen proeven. En wat voor regenvlagen... 'cats and dogs!'... dikwijls uren aan een stuk. Een van onze eerste aankopen hier was dan ook een grote kleurrijke paraplu! Maaike voelde zich niet altijd gerust tussen de vele (tamme) honden die hier rondliepen en heeft de ultrasone hondenafschrikker die we bij ons hadden goed gebruikt!
We vonden een rustig hotelletje in het hoger gedeelte van het stadje waar we ons een weekje konden nestelen 'zonder te moven'.
Darjeeling ligt eigenlijk op de flank van steile berg en op bepaalde plaatsen kan je het dal langs weerkanten zien. Meestal is dat gehuld in dikke wolkensluiers, waardoor het soms een beetje leek op het eiland van het Liegebeest, rondom rond wolken! We hebben enkele dagen relatief goede zichtbaarheid, maar de pieken van de Himalaya die je hier op een zonnige ochtend aan de noordkant kan bewonderen, kregen we niet te zien... Hoewel, Maaike heeft wel 1 top gezien!

De mensen hier zien er eigenlijk veel meer uit als Nepalezen dan de Indiers die we eerder zagen. Ook kan je hier rustig door het kleine stadje palaveren zonder constant aangesproken te worden, zalig! Enkele straten zijn verkeersvrij gemaakt, waardoor je echt op je gemak bent, zonder getoeter en stinkende uitlaatgassen! Als je wat verder uit het centrum wandelt, kom je vrij snel terecht op rustige, mooie wandelpaden, badend in het groen van de theeplantages! Enkele flinke afdalingen brachten ons bij een Tibetaans vluchtelingencentrum. Bij wijze van inkomsten, maken ze hier allerlei lokale producten op ambachtelijke wijze, mooi om zien en ultra-vriendelijke en zachte mensen.


We brachten ook een bezoekje aan de plaatselijke zoo (waar we door de vele wolken en slechte weer nauwelijks dieren zagen) en het 'Himalayan Mountaneering Institute' dat volledig in het teken staat van de historische beklimmingen naar de hoogste pieken in de Himalaya, met foto's en het gebruikte materiaal enz. Het stimuleerde de fantasie.
Voor de rest hebben we het hier heel rustig aan gedaan. Er was een toffe boekenwinkel met veel up-to-date engelstalige boeken, dus we hebben er af en toe eens een gezellig leessalon van gemaakt. En de worldcup voetbal wordt hier natuurlijk ook op de voet gevolgd...

Vanmiddag keren we terug naar New Jalpaiguri, vanwaaruit we de trein nemen naar Varanasi, onze volgende stop. De historische 'Toytrain', een klein stoomtreintje dat het traject aflegt, was helaas al volzet, dus het wordt wellicht weer een turbulente afdaling met de jeep. Hopelijk is de riksja-rijder die we op de heenweg van de baan zagen rijden door een dikke jeep er weer helemaal bovenop en hebben ze de chauffeur die vluchtmisdrijf pleegde, kunnen traceren...
Gelukkig zijn er onderweg de leuke spreuken die de aandacht wat afleiden en de chauffeurs tot verantwoord rijgedrag aanmanen: 'Too much hurry-burry will spoil the curry!'

Friday, June 16, 2006

PUSHKAR, JAIPUR AND AGRA (RAJASTAN) - INDIA

Op terugtocht van Bhuj naar Delhi, dachten we dat het leuk was om onze treinreis twee keer te onderbreken in Ajmer - dat vlak bij Pushkar ligt - en Jaipur.
Volgens ons spoorboek, voldeden we aan alle voorwaarden om ons treinticket naar Delhi, kostenloos te onderbreken. De realiteit bleek helaas (weer eens) anders. Een nieuwe confrontatie met Indian Railways en vele discussies doorheen de hierarchie van het spoorwegpersoneel in Ajmer leiden uiteindelijk tot niet veel resultaat en we besloten dan maar onze energie niet verder te verkwisten, ons ticket naar Delhi te laten schieten en een nieuw te kopen naar Jaipur voor twee dagen later. Zo zouden we tenminste toch die plaatsen zien waar we voor gekomen waren...

Onze eerste stop, Pushkar is eigenlijk een klein stadje op 15km van Ajmer, waar de trein stopt. Van daaruit kan je met een gammele, overvolle bus voor een prikje naar dit stadje dat gelegen is rond een heilig meer midden in de woestijn. Een van de heel belangrijke heilige plaatsen voor de Hindoes. Het bleek ook volle maan te zijn, wat een reden was voor extra festiviteiten. Heel veel prachtige, kleurrijke Hindoes van allerlei pluimage kwamen massaal afgezakt naar Pushkar om er te baden in 'the Holy Lake'. Rond dit meer liggen dan ook nog eens een 500-tal tempels, die we natuurlijk allemaal een voor een bezocht hebben. (-> M en J: Lotus guesthouse dat jullie ons getipt hadden, was met vakantie, helaas...).

Eigenlijk bulkt dit gezellige stadje over van de knusse restaurantjes, velen met een groene tuin vol rieten stoelen en tafeltjes (en soms zelfs een all-you-can-eat buffet) en winkeltjes, winkeltjes en nog eens winkeltjes in een lange straat langs het meer. Je voelt je hier als blanke toerist continu opgejaagd wild. Iedereen vraagt je naam en vraagt je binnen. De enige efficiente aanpak blijkt ze gewoon straal te negeren, helaas... Toch hebben we ons dikwijls laten verleiden hier. Het was de eerste plaats in India voor ons waar ze zoveel mooie, smaakvolle kleren en andere souvenirs aanboden, en aan echt geen geld. Onze rugzak was al snel enkele kilo's zwaarder. Wellicht iets wat we ons nog zullen beklagen, tenzij we een postpakket(je) naar huis sturen. Ouders, jullie zijn gewaarschuwd, ook al zijn we waarschijnlijk al thuis tegen dat het eindelijk aankomt...

Overal in de straat stonden Indiers met manden vol bloemetjes in flamboyante kleuren. Het is een noodzaak dat je de dag van je aankomst met zo'n bloemetje en op blote voeten naar het meer gaat, daar je familie en je vrienden in het Hindi al het beste toewenst en dan de bloemblaadjes in het water verspreid. Een mooi gebaar waar we ons ook toe lieten verleiden. De 'bijdrage' die pas nadien gevraagd werd, bleek zodanig hoog dat we hier onmogelijk mee akkoord konden gaan. Een moeilijk moment, want je begeeft je op het delicate pad van religies, tradities en overtuigingen en we wilden ook niemand nodeloos kwetsen of beledigen door te weigeren... Zonder tussenkomst van de vrederechter zijn we toch tot een vergelijk gekomen.

De terugrit van Pushkar naar Ajmer was memorabel. De bus die toekwam, zat overvol. Een normale, beleefde mens bij ons laat eerst de mensen uitstappen en stapt dan pas zelf in. Dat was niet zo volgens de Indische logica. Drummen en duwen tussen ingaande en uitgaande passagiers. De twee meter hoge ramen vanachter in de bus stonden open en al snel begonnen mannen er langs die weg in te kruipen waarna ze de bagage van de rest van hun gezin er vandaar uit ook in heisten. Na enige twijfel beseften we dat dit ook doen, waarschijnlijk onze enige kans was op zitplaats in de bus. En zo geschiedde...
Na een gevecht in de bus voor zitplaatsen die nog niet gereserveerd waren door de enkelingen die al in de bus zaten, vonden we dan uiteindelijk nat bezweet toch een plaatsje. Joepie!

Na drie uur treinen, kwamen we aan in Jaipur. Deze grote Rajastaanse stad is berucht om zijn zware verkeersvervuiling, maar ook gekend als het Mecca van de 'gems', kleurrijke gladde steentjes die in juwelen verwerkt worden en de meest levendige bazaars (=winkelstraatjes) van India. We sprongen zelfs even binnen in het plaatselijke Samsonite filiaal. Door een accute diarree-aanval van Alan (heeft het een iets met het ander te maken?) hebben we maar beperkt van Jaipur kunnen genieten, maar het heeft ons toch niet verhinderd om schone, felkleurige zijden stofjes en ander schoons te kopen. Als - ondertussen al iets meer - doorwinterde reizigers wisten we al wat beter te reageren op deze accute aanval met bijhorende koortsvlaag. Gewapend met grafiettabletjes die de vuile microbes neutraliseren en oraal rehydratatie zout kwam ie er in een mum van tijd weer helemaal bovenop...

In Jaipur maakten we ook kennis met twee schattige straatjongetjes die poppen verkochten en honderduit babbelden over hun 'chapati-problem' (lees: voedseltekort). We waren zo gecharmeerd door hen, dat we voor een keer een uitzondering maakten op onze stelregel om geen geld aan (bedelende) kinderen te geven.





Eens terug in Delhi, wilden we komaf maken met de verdere poespas rond het regelen van visa en trein- en vliegtickets. In een productieve dag joegen we het er allemaal door, waardoor nu nagenoeg alles van transport geregeld is voor de rest van de reis. Yes!!

De dag erop maakten we een uitstap naar Agra voor een bezoekje aan de Taj Mahal. Perfect te doen in die tijdspanne zo bleek. Ondanks de extreem hoge toegangsprijs voor buitenlanders (40x die voor Indiers), bleek het toch een ongelofelijk schot in de roos. Het is inderdaad een subliem geproportioneerd gebouw met een prachtige detaillering, kortom: zo af als af kan zijn. We hebben er drie uur ademloos naar liggen staren en ook ons fototoestel heeft geklikt met het enthousiasme van Duitse collaborateurs tijdens de tweede wereldoorlog.







Na een drukke drie weken reizen door het hete Rajastan, schakelen we nu over op een lagere versnelling. Morgen vertrekken we naar Darjeeling, ook wel gekend als Brits koloniaal gebied met uitgestrekte theeplantages. Dat ligt aan de hele andere kant van Noord-India, dus het belooft een zeer lange treinreis te worden. Op naar een plekje waar we hopelijk zullen vertoeven in aangenamere temperaturen (20 graden!)en waar de 'monsoon' hopelijk nog net niet losgebarsten is...

BHUJ - MANDVI (GUJARAT) - INDIA

De tijdrovende busrit (17 uur) van Jaisalmer naar Bhuj, was vrij zenuwslopend. Je wilde/kon er namelijk zelf geen oog dicht doen omdat de chauffeur zelf elk moment in slaap kon vallen. Bovendien had hij zichzelf - al rijdend! - een injectie in de arm gegeven. God mag weten wat daarin zat... Zijn ogen stonden alleszins zo 'high als een vlaamse papegaai'...

Blij dat we heelhuids aangekomen waren, installeerden we ons in het stadje Bhuj, waar Mr. Pramod Jethi, de concierge van de Aina Mahal ons voorzag van alle informatie die we nodig hadden over Kutch, de kuststreek vol met 'ambachtelijke' stadjes waar we ons nu bevonden. Dit stadje zou in eerste plaats als uitvalsbasis fungeren om de streek te verkennen. We kuierden en winkelden er gewoon wat rond en verkenden we het arsenaal aan kleurrijke katoenen en zijden stoffen dat er verkocht werd in de vele compacte winkeltjes. Je kan je al voorstellen wie van ons twee in een andere dimensie kwam...
We verlekkerden er onszelf ook voor de eerste keer op een plaatselijke Thali, een Noord-Indische specialiteit waarbij je ongeveer 8 tot 10 verschillende schoteltjes krijgt met verschillende kruidige groentebereidingen, engelse chutneys, een delicate symfonie van zoet en pikant... 'Non-stop-all-you-can-eat' voor een schamele 45 roepies (=minder dan 1 EUR). Je kan je al voorstellen dat -vooral Alan- zich haast een indigestie gevreten heeft.

Met de locale bus maakten we een daguitstap richting Mandvi, een kuststadje 60km ten zuiden van Bhuj. In heel Gujarat (=de provincie ten zuiden van Rajastan en aan de westkust van India, tegen de Pakistaanse grens) zijn ze namelijk gespecialiseerd in allerlei ambachten. Het gaat van borduursels, aardewerk, zilveren sierraden, beschilderen van textiel tot scheepsbouw. Dit laatste wilden we allebei kost wat kost zien (zeker na al jullie lovende woorden Maaike en Johan!). Boten blijven toch wel een speciale plaats innemen, zeker voor een echte Dewaele... Vandaar dus Mandvi...



Je kon er de enorme houten schepen (of meer specifiek: 'Dhows') al van ver zien liggen op de droge bedding van de rivier. Indrukwekkende houten constructies die we van zodra de avond viel wel wat nader bekeken en bewonderden. We waren alle twee helemaal weg van de boten zelf, maar ook van de mensen die eraan aan het werken waren en de lekkere geur van het pas bewerkte hout...

Zo'n boot is ongeveer 40 m lang, 20 hoog en 15 breed. Er wordt 24u op 24u aan gewerkt in 3 shifts en is op 6 maanden klaar. Ze worden voornamelijk gemaakt voor export. De opdrachtgevers bestaan oa uit rijkelui uit het Midden-Oosten die ze kopen als 'plezierboot'. Eenmaal Alan het fototoestel in zijn handen had, wilde hij dat niet meer loslaten. Resultaat: een goeie honderd foto's!

Langs alle kanten hebben we de boten bekeken. Er waren natuurlijk allerlei activiteiten aan de gang. Je zag enkele mannen met hamer en beitel de planken bewerken zodat ze perfect tegen elkaar passen. Verder stond een man enorme metalen pinnen door de boeg te slaan om de houten balken (duigen?) van de romp aan het geraamte te fixeren. Nog een andere trok met een katrolsysteem hele boomstammen naar boven. Onderaan de boot waren enkele mannen bezig met een guts, de boot zo egaal mogelijk te krijgen.

Een dagloon van een ervaren arbeider is 120 roepie/dag, een beginneling krijgt er amper 70 (ongeveer 2.2 euro en 1.2 euro).
We werden ook uitgenodigd om het schip van binnen te bewonderen. Amai, het was prachtig! Heel die structuur van enorme stukken boom... je ruimtelijke gevoel krijgt op zo'n moment een flinke dreun.
Zo'n volmaakte dag kon alleen maar besloten worden met een lekkere thali in 'Zorba the Buddha'





Na onze terugkeer naar Bhuj in een jeep ter grootte van een Landrover die volgestouwd was met maar liefst 19 personen, maakten we ons klaar voor ons vertrek naar onze volgende bestemming, het heilige meer van Pushkar (Rajastan). Het regelen van de treintickets zorgde voor heel wat frustratie. We kwamen er toe een half uur voor sluitingstijd en door een fout van de loketbediende kregen we ons ticket niet meer geregeld voor sluitingstijd. Het centrale computersysteem was al afgesloten, waardoor we morgen eens moesten terugkomen. Maaike had genoeg van India en wilde er zo snel mogelijk weg. 'KLOOTZAKKEN, IK HAAT HET! WAAROM KAN NIETS HIER OOIT EENS GEMAKKELIJK GAAN!!!' schreeuwde ze woedend, gefrustreerd en in tranen door de stationshal van Bhuj... Het bevestigde alleen maar hoe snel de liefde voor India kan omslaan in haat, en omgekeerd (gelukkig!) Voortaan zou zij zich wat meer op de achtergrond houden, wanneer er tickets geregeld moesten worden.

JAISALMER (RAJASTAN) - INDIA

Het werd een lange treinrit in 2nd class sleeper, die toch wat minder comfortabel bleek dan ons 'Transmongolian' avontuur in eerste klasse... Maar bon, het was dan ook maar een ritje van 21 uur oftewel een povere 800km dit maal (doh!). We waren al blij dat we relatief zachte ligbanken hadden en geen houten, zoals ook wel mogelijk is. Het systeem van de Indische treinen werkte - tot onze grote verbazing - erg efficient en klokvast. Er zijn tal van verbindingen en het is een spotgoedkope manier om je te verplaatsen over dit gigantisch grote land. Ook hier moet je als westerling weer wennen aan het feit dat dat beetje persoonlijke ruimte rondom je -waar wij zo op gesteld zijn- voor Indiers niet bestaat. Je moet regelmatig een 'spreekwoordelijk' gevecht leveren met enkele van de 1 miljard Indiers die zich comfortabel op je plaats genesteld hebben of zich met z'n drieen zonder gereserveerd ticket tussen je wringen op een drie persoonsbank. Assertiviteit troef!

De rit naar Jaisalmer was vermoeiend en extreem heet en stoffig. Alan werd regelmatig aangesproken door Indiers die een praatje wilden maken dat steevast afgesloten werd met een uitnodiging bij hun familie. Iets waar we -met enige spijt- toch nooit op ingingen om toch op onze bestemming te geraken.
Tijdens de nacht op de trein werd je regelmatig opgeschrikt door een komen en gaan van reizigers en verkopers. Het schelle 'chai-chai' (oftewel 'wil je thee?) werd onophoudelijk en tergend luid gescandeerd op de onnoemelijk vele plaatsen waar de trein halt hield.
Het fijne zand van de 'Thar desert' glipte door de open en gesloten ramen naar binnen. Het vormde niet alleen een zandbak aan je voeten en in je haar, maar drong ook door tot diep in de vezels van je kleren en de gevoelige topjes van je longen. Een doek voor je neus en mond als stofmasker bracht soelaas, maar voor het eerst in India, voelden we ons extreem vuil en afgepeigerd toen we toekwamen in Jaisalmer.
Op dat moment niet altijd even leuk, maar wel een geweldige ervaring, waar je met veel plezier aan terugdenkt.

De temperatuur in het haast toeristloze Jaisalmer (+45 graden)noopte ons er al snel toe om iedere dag erg vroeg op te staan en van 11 tot 5 een lange siesta te nemen. In de vroege en late uurtjes genoten van het mooie fort, de schaduwrijke terrasjes aan de binnenzijde en lieten ons verleiden tot een kamelentrektocht, een van de toeristentoppers aldaar. Op dat moment - u raadt het al - wordt er iemand ziek en moeten we onze kamelentocht afblazen. Ditmaal niet Alan, maar Maaike. Platte diarree, hoge koorts en uitputting -waardoor ze nog nauwelijks op haar benen kon staan- zouden haar lichaam bijna vijf dagen teisteren. Na een verhuis naar een kamer met airco en geen verbetering na twee dagen bezochten we vijf verschillende dokters met -u raadt het alweer!- vijf verschillende diagnoses. Een bloedtest sloot uit dat het om malaria ging, en op goed geluk gokten we op de diagnose van de laatste ziekenhuisdokter. Maaike zou een dag opgenomen worden in het plaatselijke ziekenhuis waar ze een paar liter baxters met zout en glucose- oplossingen en een antibiotica tegen de virale diarree in haar lijf gepompt zou krijgen. Een nachtmerrie voor Maaike, die een fobie heeft voor naalden en haast 24 uur met een -gelukkig steriele- naald in haar lijf zou lopen. Bij het prikken deed Alan gelukkig een poging Maaike op andere gedachten te brengen door het verhaaltje van de 'zeven woeste wasvrouwen' te vertellen (enorm grappig kinderboekje over 7 geemancipeerde wasvrouwen). Waarna hij later zelf de was deed als een echte woeste wasman.
De infrastructuur van het ziekenhuis was erbarmelijk. Je lag er met acht in een zaaltje met open ramen en deuren, honden die binnen en buiten liepen en muren vol plekken van opgedroogde bloedspatten. De andere patienten spraken alleen hindi en af en toe moest Maaike haar eigen bed verdedigen tegen de bezoekers van de patienten naast haar die zich met veel enthousiasme op haar bed ploften. De afstandelijkheid en verbazing veranderde al vlug in wederzijdse sympathie, toen de dochter van een patiente grappige gezichten begon te trekken. Vriendelijke blikken werden gewisseld. Af en toe kwam er een groepje bezoekers rond het bed staan en keken Maaike enkele minuten aan, controleerden de baxter even, glimlachten en gingen weg. Er was zelfs een vrouw die regelmatig over Maaikes arm kwam wrijven en haar in't Hindi bleek te vragen of alles oke was. Ook de verpleger, dokter en opperdokter kwamen regelmatig langs. En ook hier bleek de meest professionele doktersaanpak er vooral in te bestaan veel medicatie voor te schrijven. Maar -ere wie ere toekomt- de aanpak werkte en enkele dagen later was ze er terug bovenop.

In de dagen die volgden op de ziekenhuissessie, sloeg Alan erin een fontein gemaakt uit een zeldzame soort zandsteen te molesteren onder het gewicht van een net daaraan opgehangen wasdraad. De assumptie dat de kolom van de fontein opgebouwd was uit een vast stuk bleek verkeerd, waardoor het onding met veel lawaai aan diggelen viel. De verbazing waarmee dit gepaard ging werd eerst onthaald met veel hoongelach van het personeel van het hotel, maar bleek enkele uren later een ernstige zaak die ons vele duizenden roepies zou kosten. Na enige overleg met de manager van het hotel doorzagen we al vrij snel hun bedoelingen om ons een flinke som geld afhandig te maken door de fontein veel belangrijker voor te stellen dan het onding eigenlijk was. Dan maar ons beste acteertalent bovengehaald en het zaakje meegespeeld, waardoor in enkele uren tijd de schadevergoeding tot 1/16 oftewel 1000 roepies (= 17 EUR) was teruggebracht. Zonder twijfel nog teveel geld, maar bon, er was ook iets kapot...

Daarna konden we onze reis verder zetten naar Bhuj en Mandvi in de provincie Gujarat. OEF! Hopelijk blijven we nu een beetje gespaard van ziekte en op geld beluste Indiers...

DELHI - INDIA

Op de luchthaven van Delhi kwamen we al meteen in een chaos terecht zoals we die nog zelden hadden meegemaakt. Na veel gezoek en discussie botsten we op een Nederlands koppel (ook voor langere tijd op reis) en sloegen we de handen in elkaar om samen met een busje naar het centrum te geraken. De vele waarschuwingen in onze Rough Guide werden bewaarheid. 'Geloof niemand die je aanspreekt (zelfs geen officiele orde-handhavers), want de kans dat de 'pushy' Indiers je de waarheid vertellen is vrijwel onbestaande. 'Hello Sir! What's your name? Where do you come from?' zijn de meest gehoorde zinnetjes tijdens ons hele verblijf en je kan er donder op zeggen ze iedere keer terugkomen, zij het dan soms in ander volgorde... De invertiefste truken om je in het ootje te nemen en je naar hun stek te lokken worden gebruikt. Zelfs zogezegde telefoontjes met de receptie van je hotel om te bevestigen dat het volboekt is (of zelfs afgebrand is), waarvoor zij je het ideale alternatief bieden. We zochten onze toevlucht voor een slaapplaatsje op de gezellig zoemende Main Bazaar in Paharganj, de buurt van Delhi waar je de meeste budget slaapplaatsen vindt. Ook daar waren de prijzen voor overnachting erg hoog. Het was toch laag seizoen!? We konden ook opteren om te overnachten op een dak, zoals zovelen hier verkiezen. Dat is namelijk het koels. Maar onze klassieke 'shop-around' aanpak wierp weer eens zijn vruchten af, waardoor we uiteindelijk toch terechtkwamen in een 'basic' kamertje voorzien van 'hot shower' (maar geen koude die je veel meer nodig hebt) en fan(tilator) voor een vierde van de oorspronkelijke prijs.
Niet voor lang, want de volgende dag konden we al meteen een treinticket boeken naar Jaisalmer. De gouden tip van onze voorgangers, Maaike en Johan om het spoorboek 'Indian Railways at a glance' met alle details van treinen en uren over heel India was een schot in de roos. Dit kleine stadje ligt midden in de 'Thar desert' in Rajastan, de noordoostelijke provincie van India en tegen de grens met Pakistan. We wisten dat het er momenteel erg warm was, maar toch hadden we extra 'nattigheid' kunnen voelen... Tickets voor de slaaptrein (=sleeper) waren opvallend makkelijk beschikbaar. Iets wat we tot nog toe nauwelijks voor mogelijk achtten, na alle moeilijkheden in Bombay voor het boeken van treintickets. Enfin, des te beter, wijlie weg...